Meer weten over ProfiNRG?​

Op deze website vindt u veel informatie over ons en onze groene strategie. Zijn uw vragen na het bekijken van de site nog niet beantwoord, neem dan contact op via onderstaande e-mail optie.

natuur-inclusieve zonneparken

Wat zijn natuurinclusieve zonneparken?

In natuurinclusieve zonneparken is er minimaal 25% open ruimte tussen de zonnepanelen. Hierdoor komt er meer zonlicht tussen de panelenhetgeen de water- en bodemkwaliteit ten goede komt.

Deze 25% open ruimte kan bereikt worden door tussen de rijen meer ruimte open te laten. Maar ook tussen de panelen op de tafels kan er meer ruimte worden gelaten. Bij een zuid-oriëntatie komt dat bij een vaak gebruikt 2-portrait opstelling (2×2,38m=4,66m) neer op circa 1,5 meter ruimte tussen de panelen (bij een hellingshoek van circa 15 graden)  

Oost-west opstellingen worden bij implementatie van deze eis minder interessant omdat er relatief veel ruimte tussen de panelen verloren gaat. Oost-West opstellingen worden in Nederland immers vaak toegepast vanwege de hoge grondprijzen en gunstiger stroomprijzen in de ochtend en namiddag.   

Verticale paneelopstellingen voldoen natuurlijk wel aan deze ontwerpeis. 

 

Afzonderlijke SDE++ subsidiecategorie voor natuur-inclusieve zonneparken 

Op 1 maart 2024 heeft klimaatminister Jetten een brief aan de Tweede Kamer gestuurd, waarin hij zich voorneemt om een extra SDE++ subside in te richten voor zonneparken op land die voldoen aan de kenmerken van natuurinclusieve zonneparken.  

Landschappelijke inpassing 

Natuurinclusieve zonneparken vereisen veel aandacht voor  een natuurlijke inpassing in het landschap. De eerste zonneparken die in Nederland gebouwd werden, hadden hoogtes tot wel 4 meter en stalen hekwerken met prikkeldraad. In het vlakke Nederlandse landschap werd dat logischerwijs als zeer storend ervaren. Veel gemeenten hanteren nu een maximale hoogte eis van 1,5 meter. Hierdoor kan een veel natuurlijker inpassing bereikt worden. Zeker wanneer rond het zonnepark houtwallen of hagen worden aangeplant. 

Bij de keuze van de struweel-beplanting is er een voorkeur voor inheemse soorten, die passen bij de landschappelijke waarden in de omgeving van het project. Bij de keuze van omgevingseigen soorten wordt o.a. rekening gehouden met het bodemtype, vochtgehalte van de bodem, zonlichtsituatie en natuurlijk de ligging in Nederland.  

Hekwerken 

Bij de keuze van hekwerken is er een voorkeur voor natuurlijke kleuren en materialen, zoals kastanjehouten palen met schapengaas.  

Nat en dras 

Door klimaatverandering is er een sterke toename van de neerslag hoeveelheid in Nederland. Op veel zonneparken is er al sprake van een hoog grondwaterpeil. De ruimte tussen panelen is vaak drassig, door relatief weinig verdamping. Deze natte drassige omgeving is een ideale omgeving voor weidevogelsoorten zoals de grutto, veldleeuweriken en boerenzwaluwen. Rietzwenkgras is een grassoort die hier goed gedijt.

Verder is het wenselijk om kruiden te laten groeien in natuurinclusieve zonneparken. Beemdlang is een kruid dat goed groeit tussen panelen vanwege de relatief koude en vochtige omgeving. Hun diepe wortels helpen de bodem luchtig te houden. Een gezonde wij heeft een rijk bodemleven nodig. De mest van grazende houdt het bodemleven actief. Afhankelijk van de situatie kan ook gekozen worden voor verschraling van de bodem, door het maaien en afvoeren van het gras.  

Ruimte voor flora en fauna 

In natuurlijkeinclusieve zonneparken is veel ruimte voor flora en fauna. De ruimtes tussen en om de panelen worden ingezaaid met kruidenrijke grasmengsels. Natuurlijke vegetatie op zonneparken biedt een schuilplaats  en voedsel voor amfibieën en reptielen en kruidenrijke bloeiende vegetatie is gunstig voor insecten, zoals bijen en vlinders. 

Natuur: inrichtings- en beheerplan 

Om de biodiversiteit te behouden en te versterken is er veel aandacht nodig voor natuurbeheer op de zonnepaken. Daarom stellen steeds meer gemeente als eis dat de ontwikkelaar of exploitant van een zonnepark een inrichtings- en beheerplan opstelt . Zo’n plan omvat een bodemkwaliteitsonderzoek, een ecologisch onderzoek en maatschappelijke eisen voor de beheersfase: 

  1. Een 0-meting met een beschrijving van de huidige ecologische kwaliteit van de locatie. Hoe gaat het nu met de natuur op de locatie? Hoe staat het met de planten, dieren en bodem?
    b. Doelstellingen voor behoud  en versterking van de bodem-, water en biodiversiteit (ecologische kwaliteit). Denk aan goede grond, schoon water en veel verschillende planten en dieren. 
    c. Beschrijving van de landschappelijke inrichting en inpassing van het zonnepark. Het zonnepark moet goed passen in het landschap.  
  2. Het jaarlijkse onderhouds- en beheermaatregelen (beheerplan). Beschrijving van maatregelen hoe het zonnepark netjes wordt gehouden.
    e. beschrijving hoe de monitoring wordt uitgevoerd, hoe het bodemleven en de natuur zich ontwikkelt:
    f. Beheersmaatregelen wanneer uit monitoring blijkt dat doelstellingen voor bodem- en ecologische kwaliteit niet behaald worden.  

 

Bodemkwaliteitsonderzoek 
Een van de zorgen bij de bouw van zonneparken is dat de bodemkwaliteit achteruitgaat en dat het bodemleven verslechtert. Daarom stellen gemeenten als eis dat een bodemkwaliteitsonderzoek wordt aangeleverd waaruit, de bodemkwaliteit blijkt en waarin de effecten van de paneelopstelling op de bodemkwaliteit en het grondwater worden beschreven. Doel van dit onderzoek is om negatieve effecten te voorkomen en bij voorkeur verbetering te bereikeiken. Ook moeten er maatregelen worden beschreven om verslechtering van de bodemkwaliteit te voorkomen. 

 
Ecologisch onderzoek  

In het ecologisch onderzoek wordt beschreven:

a. Hoe gaat het nu gaat met de flora en fauna op de projectlocatie. 
b. Wat is de invloed van de zonnepanelen op planten en dieren.  
c. Welk beheerplan is er voor behoud en verbetering van de natuurwaarden. 
d. Monitoring: Hoe worden de doelen bewaakt? houden in de gaten of alles goed gaat en of we. e. Welke acties worden genomen wanneer blijkt dat de biodiversiteit achteruit gaat. 


Subsidiecategorie: Zon-PV – natuurinclusief

In de najaarsronde 2024 van de SDE++ wordt het dus (onder voorbehoud van juridische- en uitvoeringstechnische uitwerking) mogelijk voor “natuur-inclusief zon-op-land” subsidie aan te vragen. Hiervoor is vereist dat aantoonbaar natuurinclusieve maatregelen worden genomen en dat hiervoor eisen in de vergunning of beleidskaders zijn opgenomen.  


SDE++ subsidie aanvragen voor Zon-PV natuurinclusief?
 

Wilt u meer weten over deze subsidie? Ga naar de SDE++ pagina.

Lees hier voorbeeldteksten voor het opstellen van maatschappelijke eisen bij een natuurinclusief zonnepark.

 

Delen: